Tegenwoordig hebben we minder invloed over het voedsel wat op ons bord belandt. Inkopers kopen in wat voordelig en beschikbaar is op de markt en managers van grote coöperaties beslissen wat er wordt verkocht in de supermarkt en tegen wat voor prijs.
Maar we hebben nog steeds macht als klant: wat wel of niet verkocht wordt is een duidelijk signaal naar het management. Als bijvoorbeeld aardbeien uit Spaanse kassen worden aangeboden in de winter voor een lage prijs, maar ze worden niet goed verkocht, dan zal het aanbod zich daaraan aanpassen. Met het resultaat dat er minder aardbeien in de winter verkocht zullen worden.
Een goed alternatief is regionale voeding.Hiermee geven we een duidelijk signaal af: met mijn regionale inkoop steun ik lokale boeren en kleine winkels, en let ik op voeding, mijn gezondheid, het milieu en mijn sociale omgeving.
Maar wat betekent een regionaal en seizoensdieet?
Het betekent simpelweg dat je voedsel koopt en eet wat in je eigen regio en tijdens het huidige seizoen wordt verbouwd. De grootte van een regio hangt af van je interpretatie. In onze moderne wereld klinkt binnen een straal van 150 km redelijk, maar het kan natuurlijk van je locatie afhangen.
In ieder geval is het doel van een regionaal dieet dat er zo weinig mogelijk afstand is tussen productie en consumptie. Het basis idee van een seizoensdieet is dat je eet wat er in het seizoen beschikbaar is: door bijvoorbeeld geen bessen en asperges in de winter te eten, of pompoen in de lente. Strikt genomen is een regionaal dieet altijd een seizoensdieet, omdat er maar één seizoen tegelijkertijd is in jouw regio.
Maar wat zijn 4 goede redenen om lokaal en in het seizoen te eten? We hebben onze bevindingen voor je op een rijtje gezet.
1. Het is goed voor je gezondheid (en je portemonnee!)
Als je je voedsel regionaal koopt betekent dat vooral: korte afstanden. Korte afstanden tussen producenten en consumenten zorgen ervoor dat er geen kwaliteit verloren gaat. Meer voedingsstoffen blijven bewaard, het voedsel is verser, lekkerder en blijft langer goed in je koelkast.
Doordat de producten meer voedingsstoffen bevatten, heb je meteen een gezonder en rijker eetpatroon. Maar korte afstanden zorgen ook voor lagere prijzen: hoge transportkosten worden namelijk vermeden. Doordat de keten een stuk korter is, blijft er meer geld over voor de producent, die dit op zijn beurt kan investeren in de kwaliteit van zijn product. En daardoor krijgt de klant betere kwaliteit voor zijn geld!
2. Je steunt de regionale economie
Als je boodschappen doet in een supermarkt, gaat vaak een groot deel van je geld naar een groot internationaal en misschien zelfs buitenlands bedrijf. Het geld verdwijnt uit de regio. Maar als je koopt van regionale leveranciers, blijft het geld in de regio en kan opnieuw geinvesteerd worden in dezelfde activiteit. Regionaal voedsel versterkt op deze manier niet alleen kleine producenten maar de gehele regionale economie en bevolking: een win-win situatie!
3. Je eten wordt persoonlijker
Een regionaal eetpatroon is zoveel persoonlijker dan het winkelen in grote supermarktketens. Als klant geeft het je de mogelijkheid om de verbouwer van jouw voedsel persoonlijk te leren kennen. Dit is belangrijk en relevant voor beide kanten, aangezien de producent zijn klant kent en waardeert en andersom – als klant – krijg je meer bewondering en dankbaarheid voor je voedsel en zijn producenten.
Sommige van de hedendaagse problemen zouden verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan voedselverspilling: als je de leverancier persoonlijk kent en weet hoe hard hij moet werken, zul je je eerder bedenken voordat je iets weggooit.
Bovendien wordt de voedselketen hiermee transparanter. Als je als klant direct contact hebt met de producent, heb je meer inzicht in de werkomstandigheden. Dit heeft direct invloed op de motivatie en beslissingen van de producent en leidt tot meer transparantie.
4. Je eet je voedsel wanneer het rijp is
De vierde en laatste reden gaat over lange transportafstanden en rijpheid van het voedsel. Als je eten lange afstanden moet afleggen is het niet regionaal noch uit het seizoen, en dit betekent vaak dat groenten en fruit al geoogst moeten worden voordat ze echt rijp zijn.
Hierdoor gaan veel voedingsstoffen verloren en bovendien worden er vaak gassen en chemicaliën gebruikt om het rijpen van de producten (na de pluk) te stimuleren. Kortom: onrijp voedsel, minder voedingsstoffen, lange afstanden, en dus onnodige uitstoot van emissies en een slechtere smaak.
Regionale groenten en fruit daarentegen worden geoogst wanneer ze volledig rijp zijn en dan direct verkocht.
Hoe begin je met een dieet wat regionaal en van het seizoen is?
De beste manier is om zoveel mogelijk je eigen groente en fruit te verbouwen. Hierdoor leer je veel over voedselproductie en heb je maximale controle, zodat je ervoor kunt zorgen dat ze biologisch verbouwd worden.
Als je niet de mogelijkheid hebt om je eigen eten te verbouwen in de tuin of op het terras, kun je het beste inkopen doen bij de lokale boerderijwinkel of een groentebox bestellen, die elke week aan huis wordt geleverd.
Als dat ook geen optie is, kun je het beste naar een biologische supermarkt gaan en proberen zoveel mogelijk producten uit de regio te kopen.
Betekent dit dat je nooit meer iets kunt kopen wat niet van het seizoen is? Natuurlijk niet! Je kunt ook producten kopen die goed te bewaren zijn, zoals appel, wortels en aardappelen. Deze producten zijn bijna altijd regionaal en het hele jaar door te verkrijgen. Ook kun je groenten uit de diepvries kopen, zoals erwten en spruitjes, die ook het hele jaar door te koop zijn.
Een andere mogelijkheid is om tropisch fruit op je bord te brengen door tijdens de wintermaanden af te reizen naar een tropisch gebied en ter plekke te genieten van al het fruit wat daar te krijgen is. We zijn ons ervan bewust dat dit niet de meest milieuvriendelijke optie is, maar het is een goed alternatief om iets anders te eten dan wat er thuis verkrijgbaar is.
